Het betreft hier de huid- en slijmvliezen die vanuit de hersenschors worden aangestuurd. Er zijn twee soorten van sensibiliteitsverloop bij dit plaveiselepitheel-SBS.
Sensibiliteisverloop:
- van de buitenste huid en
- het mondslijmvlies
Bij de sensibiliteit van het slijmvlies is het "buitenste huid"-verloop precies omgekeerd aan het "mondslijmvlies"-verloop, alhoewel beide ulcera's in de ca-fase maken en beide in de pcl-fase een wederopbouw van cellen hebben.
Dat is ook iets, wat elke patiënt makkelijk kan begrijpen en waarmee hij zijn mogelijke pijnen kan verklaren. Het help hem.
Het slijmvlies stamt uit de muil, de archaïsche mond en verhoudt zich bij SBS volgens "mond-slijmvlies-schema". Tot dit schema behoren:
- Mondslijmvlies
- Keelholte-slijmvlies
- Slokdarm-slijmvlies (bovenste 2/3 deel)
- Speekselklieren-uitvoergangen
- Maagslijmvlies: kleine curvator + pulorus + bulbus duodeni (twaalfvingerige darm)
- Galgangen: choledochus (grote galgangen) + galblaas + interhepatische galgangen
- Pancreas- (alvleesklier-)gangen
- Kieuwgangen en kieuwbogen-afstammelingen:
- Kransslagaderen
- Kransaderen
- Aorta-bogen
- Aorta carotis
- kieuwbooggangen bij de hals (oude kieuwen)
- Uitvoergangen van de schildklier
Ca-fase: | Ulceratie, hyperesthesie, pijn |
Pcl-fase: | Zwelling - warmte, bloeding, uitgeschakelde sensibiliteit, heropvulling van de ulcera -restitutie |
Voor de epi-crisis: | Verdoofdheid |
Na de epi-crisis: | Verdoofdheid |
epileptoïde crisis: | nogmaals hyperesthesie + sterke pijn (zie coronair-hartinfarct, maagulcus!) en absence |