Submuceuze mondslijmvlies-ca (diepe darm-epitheellaag), linker zijde.

Archaïsch conflict uit de tijd van de muil.
Conflict, vanwege gebrek aan slijm keutels niet te kunnen uitspugen of uitkotsen. In de oude muiltijd werd het speeksel ook gebruikt, om de keutel beter uit het orificium van de muil te kunnen laten glijden.
De keutel werd "ingespeekseld". Daaruit resulteert nog ons willen "uitspugen" (met secreet van de speekselklieren) en willen uitkotsen, namelijk de keutel. Slijm en speeksel zijn één en hetzelfde. Omdat er geen muil meer bestaat, maar enkel nog een "mond", is het conflict overwegend "overdrachtelijk" te begrijpen als willen uitspugen of uitkotsen.

Een "keutelbrok" te willen inspeekselen, om hem beter uit de muil te kunnen werken. Een brok, die men niet wil, beter te kunnen uitbraken.

Vlak groeiende en slechts geringe hoogte bereikende adeno-ca van de resorptieve kwaliteit onder het plaveiselepitheel-slijmvlies van de mond, vandaar ook bijna niet te zien. Behoort ontwikkelings-historisch tot het oude darmslijmvlies, die nu grotendeels is bedekt.

Zogenoemde mondslijmvliesontsteking of spruw-schimmel van de mond = genezingsfase van het rudimentair voorhanden, onder de plaveiselepitheel gelegen, oude darmslijmvlies.