Osteoporose = botafbouw = ontkalkinggaten in het bot (osteoporose), linker en rechter lichaamshelft.
In de schoolgeneeskunde worden dwaas genoeg gaten in het bot als "botmetastasen" vastgesteld, alhoewel het het tegendeel van celtoename is, dus celafname.

Eigenwaarde-inbreuk (EWI), voor elk skeletdeel is er een zeer specifieke inbreuk op de eigenwaarde.
Bijvoorbeeld: linkshandige vrouw: partner-IodE: osteoporose in de linker humerus-kop ("Ik ben een slechte partner")
Rechtshandige vrouw: "Ik was een domme moeder. Door mijn onachtzaamheid is mijn kind iets overkomen."

Hamerse Haard al naar gelang de verschillende conflict-inhouden en orgaanmanifestaties in de witte stof van de het gehele grote hersenen links en rechts. Van hersenen tot orgaan gekruist.

Osteoporose gelocaliseerd naar gelang de soort van speciale inbreuk op de eigenwaarde (zie skelet

Depressie van de hematopoese (anemie), panmyelophtise.

In deze fase geen pijn, ook zelden spontane botbreuken, omdat het periost (bothuid) als bandage fungeert.

1. Bot-oedeem met periost-opzetting, daardoor groot gevaar op pathologische spontane botfractuur;
2. Sterke pijnen door het opzetten van het gevoelige periost;
3. Recalcificering van de osteoporose, onterecht osteosarcoom genoemd;
4. Leukemie: feitelijke stijging van alle bloedcellen, aan het begin echter overwegend de leukocyten (leukosen);
5. In het geval van een gewricht in de buurt van de osteolyse in de pcl-fase: gewrichtsreuma;
6. Het intrekken van serum uit de periferie in het vatensysteem vanaf het begin van de CL, door verwijding van de vaten in de vagotonie;
7. Daardoor pseudo-anemie: bloedverdunnings-anemie met daling van het hematokrit.

Versterkte botzwelling bij aanwezigheid van het syndroom.
Bot-genezingsfase + actief vluchtelingsconflict noemt men jicht (met verhoging van de urinezuur-spiegel in het bloedserum). Het syndroom bemoeilijkt in alle botbereiken de genezing (Pijn door verhoogde uitzetting van het periost).

Versterking van het bot, die sterker wordt als voorheen.