Necrose van de dwarsgestreepte spier, linker en rechter lichaamszijde
| 5 Ob li/re witte stof = middelste kiemblad = mesoderm | |
|---|---|
| SBS | SBS-orgaan-manifestatie. Hier: necrose |
| Dwarsgestreepte spiernecrose, linker en rechter lichaamshelft. | |
| Inh | Biologische conflictinhoud |
| Eigenwaarde-inbreuk met betrekking tot de mobiliteit: Bijvoorbeeld het niet kunnen ontkomen (benen), niet kunnen afweren of vasthouden (armen). Zeer sterke wisselwerking met het corticale motorische schors-centrum (zie MS). | |
| HH | Locatie van de Hamerse Haard in de hersenen |
| Hamerse Haard in de witte stof, telkens in de buurt van het bijbehorende relais voor de botten en in het motorische schors-centrum links en rechts (zie MS). Van hersenen tot orgaan gekruist. | |
| CA | Conflictactieve fase = ca-fase = sympathicotonie hier: necrose |
| Gestreepte spieren hebben in de ca-fase necrose (zogenaamde spier-atrofie). Bijvoorbeeld: hartspier-necrose. | |
| PCL | Conflictopgeloste fase = pcl-fase = vagotonie = genezingsfase (heropbouw van het weefsel) |
| Wederopbouw van de genecrotiseerde gestreepte spieren met hypertrofie van de spieren. Let op: vooral sterke zwelling bij syndroom, vaak verkeerd vastgesteld als spier-sarcoom. | |
| Zin | Biologische zin (aan het einde van de genezingsfase!) |
| De spier is sterker en voor verdere inspanningen beter voorbereid. | |
| De omschrijvingen, steeds zonder verklaring van de oorzaak, gaan in de schoolgeneeskunde ongeordend door elkaar. Wat men vroeger polio noemde (hoewel men nooit een overeenkomstig virus heeft gevonden), omschrijft men nu als MS of ALS of een niet mechanische dwarslaesie, omdat de ruggenwervel intact is. Al deze omschrijvingen zouden uitdrukken, dat er spierafbouw of spierverlamming waren of zijn. Weliswaar was het corticale motorische schorscentrum bekend en was ook het fenomeen van een myocard-necrose bekend, maar niemand wist deze dingen te ordenen, noch psychisch, noch organisch, noch cerebraal: al helemaal niet ontwikkelings-historisch, dus in relatie met de 3 kiembladen. Niemand wist bijvoorbeeld de verschillende gedragingen tussen gladde en dwarsgestreepte spieren in afhankelijkheid van het tweefasige verloop te duiden. |
|
