Ulceratie van het slijmvlies van de neusbijholte
| 18 Ra li/re hersenschors = buitenste kiemblad = ectoderm | |
|---|---|
| SBS | SBS-orgaan-manifestatie. Hier: ulceratie |
| Ulceratie van het slijmvlies van de neusbijholte. Sensibiliteitsverloop volgens "buitenste huidschema". | |
| Inh | Biologische conflictinhoud |
| Stink-conflict: "Mij stinkt die hele zaak." Ook in overdrachtelijke zin. |
|
| HH | Locatie van de Hamerse Haard in de hersenen |
| Hamerse Haard fronto-parietaal-basaal links en rechts. Van hersenen tot orgaan gekruist. | |
| Zin | Biologische zin (in de ca-fase) |
| Ulceratieve verwijding. | |
| CA | Conflictactieve fase = ca-fase = sympathicotonie hier: ulceratie |
| In de ca-fase ontstaan ulcera in de neusbijholten, die nagenoeg geen klachten geven. Slijmvlies is verdoofd. | |
| PCL | Conflictopgeloste fase = pcl-fase = vagotonie = genezingsfase (heropbouw van het weefsel) |
| In de pcl-fase zwelt het slijmvlies in het gebied van de ulcera sterk aan - met of zonder virussen - met hyperesthesie, pruritis (jeuken), absences en met afscheiding van sereuze vloeistof (lopende neus). Let op bij syndroom: zogenaamde keelholte-ontsteking (sinusitis). Aan het einde van de pcl-fase zijn de ulcera weer genezen. De etterige verkoudheid ontstaat, als bindweefselachtige aandelen mee betroffen zijn, die ook in de neusbijholten zijn. |
|
